Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daar toch onze ezelen zowel stro als voeder hebben, en ook brood en wijn [30]is voor mij, en voor uw [31]dienstmaagd, en voor den jongen, [die] bij uw [32]knechten is; er is [33]aan geen ding gebrek. 30. Versta, bij ons, dat wij voor ons tot de reis hebben medegenomen. Of aldus: En ook brood en wijn bij uw knechten is, voor mij, en voor uw dienstmaagd, en voor den jongen. 31. Hij bedoelt zijn bijwijf. 32. Dat is, bij ons, mij en mijn bijwijf. 33. Behalve logies.